“Talent in Podotherapie”
WAT BIEDT PODOTALENT ?!
Waarom een Talenten-plan?
Het onderzoek van Janssen (2016), getiteld “Zin in Podotherapie”, toont aan dat er door de veranderende zorgomgeving in de Podotherapie (meer concurrentie, toenemende ondernemerschap, technologische ontwikkelingen, beleidsveranderingen etc.) de intrinsieke motivatie (waarom heeft u dit vakgebied gekozen? zit u op de juiste koers? wat wilt u? wat kan u?) onder druk komt te staan en de vraag stijgt om inzetbaar te blijven in Podotherapie. Kortom, de werkdruk neemt toe en de werkcontext verandert.
Groei, (talent)ontwikkeling en inzetbaarheid zijn essentiële vraagstukken om in de praktijk mee aan de slag te gaan. Hoe kunnen podotherapeuten gemotiveert, bevlogen en met passie ‘het mooie vak’ blijven uitoefenen? Hoe zorgt een praktijkhouder ervoor dat de lat hoog kunt blijven leggen bij de medewerkers die de zorgverlening uitvoeren? Of met andere woorden; op welke manier krijg worden alle medewerkers betrokken en gemotiveerd bij de organisatie plannen en ambities?
Talent aan zet
De zorgverlening verloopt via een Podotherapeut. Hij of zij bepaalt de behandeling voor de patiënt. Het is de patiënt die een waarde geeft aan de behandeling. Hoe u, of uw Podotherapeuten functioneren op het werk, tot het beschikken over de juiste competenties, bepalen de uitkomst van de behandeling in uw praktijk. Elke organisatie is gebaat bij gekwalificeerde, gemotiveerde en bevlogen medewerkers. Dit geeft duurzaam inzetbare medewerkers in uw praktijk. Het stimuleert het lerend vermogen, creativiteit, gezondheid en ook de werkprestaties gaan er uiteindelijk op vooruit. Dit kunt u realiseren met het TALENTEN-PLAN voor Podotherapeuten. Er zijn diverse stappen die ervoor kunnen zorgen dat Podotherapeuten duurzaam inzetbare werknemers worden, waarbij in de toekomst zowel u als organisatie, als uw medewerkers verder kunnen groeien en ontwikkelen in hem of haar passie en talenten.
Diverse stappen
Vanuit het TALENTEN-PLAN kan er grofweg gewerkt worden aan twee inputs. De eerste input is vanuit de werknemer zelf (operationeel niveau: professionele ontwikkeling) en de tweede input is vanuit de werk-context van uw praktijk(en) (organisatorisch niveau: team en organisatie ontwikkeling). Hieronder wordt dit nader uiteengezet.